nog meer tips

Klaar staan om de bal tegen te houden: •..1 Als de bal dicht bij het doel is, staat de keeper altijd klaar om de bal tegen te houden. •..2 Je gaat dan iets door je knieën gezakt en je armen zijn gebogen. •..3 Vanuit die houding kun je alle kanten op: •..4 Ballen vangen •..5 Springen •..6 Duiken •..7 uitlopen •..8 Je moet niet staan dromen, je niet laten afleiden door je vader of moeder en alles in het veld in de gaten houden. Hoge ballen: •..1 Je handen gaan richting de bal •..2 Je vingers zijn gespreid •..3 Je handen zitten bij het vangen dicht bij elkaar en achter de bal •..4 Op het moment dat de bal je vingers raakt, breng je de bal naar de borst •..5 Je ‘klemt’ de bal tegen je borst Stompen en tippen: •..1 Soms is het voor de doelman heel moeilijk om de bal te vangen •..2 De doelman kan dan de bal wegstompen met zijn vuist(en) •..3 Ook kan de doelman de bal met zijn vingers naast of over het doel heen ‘tippen’ Duiken ( vallen): •..1 Als de doelman de bal niet gewoon “gewoon” kan vangen kan hij duiken naar de bal •..2 Hij springt naar de bal en valt daarna op de grond •..3 Hij kan daarbij de bal vangen of wegstompen •..4 Bij het vallen rolt de doelman over de zijkant van zijn lichaam: •..5 Eerst de voet •..6 Daarna de knie •..7 Heup •..8 Arm •..9 schouder Rollen: •..1 De keeper rolt de bal uit als zijn teammaatje dicht bij staat •..2 Je rolt de bal over de grond •..3 Bij het rollen gaat de doelman door de knieën •..4 Je houdt zolang mogelijk contact met de bal •..5 Na het loslaten “wijs” je de bal na •..6 Zo kun je de bal snelheid geven Bovenhands gooien: •..1 De doeman gooit de bal bovenhands als zijn teammaatje ver weg staat •..2 Je “slingert” de bal door de lucht •..3 Ook nu wijs je de bal na om snelheid te kunnen geven Uittrappen: •..1 De doelman trapt de bal uit zijn handen als zijn teammaatje heel ver weg staan •..2 Met gooien haal je dat niet •..3 Bij het uittrappen raak je de bal voor je •..4 Denk er aan dat je de bal ongeveer 2 stappen voor je op gooit •..5 Gooi de bal te dicht bij je lichaam op, dan is het moeilijk om de bal ver weg te trappen •..6 De bal gaat dan te hoog ! Doelman speelt mee ! •..7 Heeft jouw team de bal, dan kan de doelman als extra speler in het spel betrokken worden •..8 Dus de keeper moet goed opletten tijdens de wedstrijd •..9 Let op: Als een teammaatje aan de doelman de bal terugspeelt, mag hij de bal niet meer in de handen nemen !